Piet Devos
schrijver, vertaler en literatuurwetenschapper
(On)maakbare mens
Inleiding: gesprekken over (on)maakbaarheid
woensdag 2 januari 2019
In een interviewreeks voor het project ‘Bloedtest’ wil ik de komende maanden op zoek gaan naar antwoorden op de vraag: Hoe maakbaar zijn wij, mensen, nu eigenlijk? De directe aanleiding voor deze zoektocht is de veelvuldige toepassing van de NIP-test in tal van westerse landen, die er mogelijk voor zal zorgen dat straks niemand meer met het syndroom van Down geboren wordt. Waarom zouden we zo’n ‘downloze’ wereld überhaupt moeten willen? Is de NIPT de eerste stap in de richting van een genetische ‘verbetering’ van de mens, of gaat het daar helemaal niet om? Wie bepaalt voortaan wie we zijn: ons (corrigeerbaar) DNA, of toch eerder onze cultuur, onze collectieve waarden en verhalen?
Over deze wezenlijke vraag naar de menselijke (on)maakbaarheid zou ik graag in gesprek gaan met wetenschappers, filosofen, en kunstenaars, maar ook met beleidsmakers en ouders die al dan niet voor prenatale tests kozen. Ik wil daarbij benadrukken dat ik met deze gesprekken naar gezamenlijke verdieping en reflectie streef, niet naar debat of controverse.
Concreet gaat het om video-interviews van ongeveer een half uur. Daarvan zal er maandelijks eén online worden gezet, uitgenomen in de zomer. De reeks loopt van januari tot en met oktober 2019. Globaal genomen zijn er drie domeinen die ik in deze reeks wil verkennen.
1. (On)maakbare genen in het lab en de medische praktijk
Zelf ben ik ook een ervaringsdeskundige: als gevolg van de zeldzame, soms erfelijke oogaandoening retinoblastoom werd ik op mijn vijfde volledig blind. Toch reikt mijn kennis van genetica, zoals bij de meeste mensen, niet verder dan wat ik ooit in de biologieles leerde. Ik heb daaraan een erg deterministisch beeld overgehouden: de genencombinatie waarmee je toevallig ter wereld kwam, zou allesbepalend zijn voor wie je was en hoe je eruitzag. Maar klopt dit beeld nog wel en is het allemaal wel zo eenvoudig?
Welke invloed hebben ons gedrag en leefomgeving precies op onze genetische aanleg? In hoeverre kan een DNA-test van een foetus voorspellen hoe dit kind zich later zal ontwikkelen? En tot op welke hoogte valt ons genetisch materiaal te herschrijven? Wat zijn realistische toekomstscenario’s op dit vlak, en wat blijft vooralsnog sciencefiction?
In mijn gesprekken met deskundigen, onder wie genetici en gynaecologen, hoop ik meer inzicht te krijgen in de actuele stand van het genetisch onderzoek en de medische toepassingen daarvan.
2. (On)maakbaarheid in ethiek en beleid
Tot nog toe ben ik geen vader en stond ik niet voor de keuze om al dan niet prenatale tests uit te laten voeren. Ik vraag me dan ook af: Hoe gaan ouders (met of zonder een beperking) hier doorgaans mee om? Welke gevoelens en gedachten spelen er zoal mee wanneer ze, na een positieve test, besluiten de zwangerschap af te breken dan wel om het kindje te behouden? Trouwens, hoe kijkt iemand met Down naar de invoering van de NIPT?
Behalve dit soort vragen die ik enkel aan ervaringsdeskundigen en hulpverleners kan voorleggen, wil ik ook graag van ethici en beleidsmakers vernemen hoe zij tegen deze nieuwe ontwikkelingen aankijken. Prenataal testen heet een vrije keuze te zijn, maar hoe vrij is die keuze eigenlijk nog in een maatschappij waar we massaal geobsedeerd worden door gezondheid en lichamelijke perfectie? Is, zoals sommige voorstanders beweren, prenataal testen en selecteren inderdaad een effectieve manier om de oplopende kosten in de gezondheidszorg te drukken? En welke rol speelt de overheid in dit hele verhaal? Is die vooral controlerend en regelgevend? Of is haar beleid juist actief sturend, in de hoop dat deze evolutie gezondere, productievere burgers zal opleveren?
3. Artistieke (on)maakbaarheid
Geheel in lijn met het artistieke karakter van het Bloedtest-project wil ik ook graag nagaan hoe kunstenaars reageren en vooruitlopen op deze recente, medisch-technische ontwikkelingen. Baren die hen zorgen, of zien ze er vooral nieuwe mogelijkheden in? Hoe vatten zij hun eigen artistieke taak op in het licht van deze maatschappelijke veranderingen?
Meer in het algemeen, hoe denken zij over de menselijke (on)maakbaarheid en hoe uit zich dit in hun werk? Ik ben dan met name benieuwd in welke mate de kunstenaars in kwestie zich laten inspireren door lichamelijke/mentale diversiteit en kwetsbaarheid. Zijn die diversiteit en kwetsbaarheid volgens hen wezenlijke kenmerken van ons mens-zijn? Of moeten we, zoals eens de Italiaanse futuristen, er weer stilaan van dromen die te overwinnen?