Piet Devos
schrijver, vertaler en literatuurwetenschapper
Onderzoek
Talend lichaam: de visuele en haptische waarneming in de avant-gardepoëzie van Huidobro en Péret
donderdag 28 november 2013
(Proefschrift verdedigd aan de Rijksuniversiteit Groningen)
In dit proefschrift verdedig ik de stelling dat de poëzievernieuwing van de vroegtwintigste-eeuwse avant-garde nauw samenhing met de toenmalige subjectivering van de zintuiglijke waarneming. Omstreeks 1900 had voor veel westerse intellectuelen het geloof dat de zintuigen een objectieve weergave van een externe werkelijkheid verschaffen, voorgoed afgedaan. Wetenschappers, filosofen en kunstenaars onderkenden dat zintuiglijke indrukken vóór alles het product zijn van psychosomatische processen en cultuurgebonden factoren (zoals techniek, architectuur en ideologieën). In die epistemologische ontwaarding of subjectivering van de waarneming vonden avant-gardedichters een legitimatie om in hun werk een uiterst particuliere perceptie van de dingen uit te dragen. Dit gold voor klinkende namen als Guillaume Apollinaire en Gertrude Stein, maar in het bijzonder ook voor de minder bekende Chileen Vicente Huidobro en de Fransman Benjamin Péret, van wie de oeuvres in dit boek uitvoerig geanalyseerd worden. Huidobro en Péret presenteerden zich allebei als exceptionele waarnemers, die dankzij de poëzie de ongewoonste beelden en sensaties konden oproepen. De taal was voor hen hét experimentele medium om alternatieve werkelijkheden voelbaar en zichtbaar te maken die de alledaagse, pragmatische perceptie van de lezers danig moesten ontregelen. Zoals tal van avant-gardisten hoopten Huidobro en Péret met hun eigengereide visie een tegenwicht te bieden aan de instrumentaliserende invloed op de waarneming van massacultuur en -politiek.