(Kort verhaal verschenen in De Brakke Hond, 105 2009)
Vreemd dat jouw woordeloze verschijning voor mij louter in taal herrijzen kan. Een taal die puntig onder mijn vingertoppen moet groeien, dezelfde vingertoppen waarin de herinnering woekert aan de holte van je elleboog, de zachte belofte van je kleine oorschelp schuilgaand achter zonverhitte haren.