Piet Devos

schrijver, vertaler en literatuurwetenschapper

Onderzoek


Wij, mensen, beschikken over twee manieren om kennis te nemen van de ons omringende werkelijkheid: via de taal en via de zintuigen. Deze twee kenwijzen zijn niet los van elkaar te zien. Enerzijds is de taal hét expressiemiddel waarmee wij onze individuele, zintuiglijke indrukken aan anderen kunnen meedelen en tot een collectief gedeeld, cultureel wereldbeeld kunnen verheffen. Anderzijds is onze zintuiglijke waarneming van grote invloed op ons taalgebruik: onze woordenschat en beeldspraak berusten veelal op concrete, perceptuele gronden – denk maar aan klanknabootsende onomatopeeën en ingesleten metaforen als ‘zijn licht over iets laten schijnen’ of ‘het nieuwe jaar ligt voor ons’. We hebben woorden nodig om onze sensaties te ordenen en te begrijpen, maar dit impliceert ook dat onze manier van spreken zich aanpast aan de veranderlijke context waarin we leven en waarnemen. Opgroeien binnen een bepaalde cultuur houdt in dat we tegelijk leren spreken en waarnemen: die kleur heet ‘blauw’, aan ‘vuur’ brand je je vingers, een ‘sinaasappel’ smaakt ‘zuur’, enzovoort. Het is deze basale, contextgebonden relatie tussen taal en waarneming die ik al jarenlang bestudeer.

Je kunt de wederzijdse betrekkingen tussen taal en waarneming vanuit talloze disciplines analyseren (psychologie, taalkunde, antropologie, enz.), maar ik doe het vanuit de literatuurwetenschap. Literatuur werkt als een gevoelige seismograaf die culturele en sociale verschuivingen binnen de samenleving registreert, interpretabel maakt en zelfs voorspelt. Bij de opkomst van nieuwe technologie, bijvoorbeeld, of grootschalige processen als industrialisatie zijn literatoren vaak de eersten om de perceptuele effecten ervan op het individu en de gemeenschap te beschrijven. Auteurs lopen vaak op de geschiedenis vooruit en maken bijgevolg het (vooralsnog) onbestaande invoelbaar: terwijl Jules Vernes personages al in 1865 naar de maan reisden, speculeerde Aldous Huxley in de jaren ’30 over de 3D-film. De literaire verbeelding vormt kortom een fantastisch studieobject voor de zintuiglijke cultuuranalyse, omdat zij op het snijpunt van taal en waarneming ontstaat, experimenteert, betekenis schept en die voor een aanzienlijke periode archiveert.

Onder het thema Onderzoek kunt u allerlei wetenschappelijke publicaties van mij (in het Nederlands, Engels of Spaans) raadplegen die uitgaan van deze zintuiglijke benadering van literatuur.